dinsdag 9 juni 2009

Korte inhoud

Dit verhaal speelt zich af in 1944 in de Ardennen. Het wordt in de ik-vorm verteld door Sebastian, een 20-jarige Duitse soldaat, die opgegroeid is in New York. Hij krijgt de doodstraf, omdat hij weigert een stervende vriend achter te laten en een meerdere bedreigt. Hij kan echter ontkomen aan de doodstraf door te infiltreren in de Amerikaanse troepen. Dat lukt hem aardig dot het moment waarop de Amerikanen weten dat er infiltranten zijn en hem de vraag stellen hoe de hond van president Roosevelt heet. De auteur is een jonge historica die enige jeugdboekentitels op haar naam heeft staan. Zij weet in beeldend taalgebruik en op bijna nuchtere toon een heel spannend verhaal neer te zetten, dat niet alleen over geweld, overleven, vriendschap en eenzaamheid gaat, maar ook een belangrijk thema als identiteit aansnijdt. Kan ik Amerikaan en Duitser zijn, wie ben ik als het mes op m'n keel wordt gezet? Het open einde kan enigszins onbevredigend zijn. Deel uit de reeks Fahrenheit 451*, een reeks die zich richt tot jongeren uit het technisch en beroepsonderwijs. Met hun beperkte volume en rechtlijnige verhaalstructuur spreken de boeken ook de niet-zo-veellezers aan.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten